
De meeste scholen in Nederland maken gebruik van Windows-computers, digiborden en Chromebooks. Toch is er een aantal pioniers die kiezen voor Apple-producten. “Apple wordt vaak als kostbaar gezien, maar de producten houden hun waarde en bieden bovendien veel meer mogelijkheden op onderwijsgebied.”
In het Nederlandse voortgezet onderwijs wordt de iPad al wel regelmatig gebruikt, maar het Griftland College uit Soest trok de Apple-producten volledig door in de organisatie. De school heeft digitale ontwikkeling van kinderen hoog in het vaandel staan. Zo krijgen leerlingen les in bijvoorbeeld mediawijsheid, cyber security en digitale vaardigheden.

Kees Versteeg kwam als rector-bestuurder begin 2018 op het Griftland College. Daar werd destijds een pilot uitgevoerd met laptops. “Maar een duidelijk projectplan waarin scholing, infrastructuur en budget waren geregeld, was er niet.” Hij stelde een werkgroep samen die op basis van de onderwijsambities van het Griftland besloot welk apparaat daar het beste bij paste. “Ik ben zelf een enorme Apple-fanaat”, zegt hij glimlachend. “Maar ik wilde dat het team zélf verschillende dingen uitprobeerde, zoals een laptop, Chromebooks en iPads, zonder dat ik mijn persoonlijke voorkeur opdrong.”
Organische groei
In het primaire onderwijs in Nederland zijn de Chromebooks nog steeds het meest gebruikte device. Toch zijn er directies van basisscholen die meer zien in Apple-producten. Frauke Donners is directeur van basisschool Noorderlicht in Den Bosch en zag al vroeg de mogelijkheden van technologie in het basisonderwijs. IN 2011 schaftte de school verschillende devices aan, waaronder een Xbox Kinetc, een Nyoyn, een Nintendo gameboy, een iPad en een andere tablet. Deze apparaten werden vervolgens uitvoerig door het team getest. “We zagen al vrij snel dat de iPad favoriet was en dat we daarmee mogelijkheden zagen in ons onderwijs. Het Noorderlicht schaftte daarop een aantal iPads aan en begon op kleine schaal met de devices te werken. “De groei ging daarna vrij snel en organisch”, zegt Donners.
Oneindige hoeveelheid onderwijsapps
Op het Griftland College koos het team uiteindelijk ook voor Apple. “De iPad is enorm geschikt voor het onderwijs, zeker wanneer je meer creativiteit in je school wilt. Het is mogelijk om andere types lesvormen te geven, je kunt gebruikmaken van een schier oneindige hoeveelheid onderwijskundige apps”, zegt Versteeg. Prijstechnisch valt de keuze in het Nederlandse onderwijs vaak op de Chromebooks, maar volgens de rector beperkt zo’n apparaat enorm, omdat er overal webversies van gebruikt moeten worden. “Bovendien is een iPad redelijk hufter proof; niet onbelangrijk op een middelbare school”, grinnikt hij. Toch gaat het niet alleen om het apparaat, benadrukt Versteeg. “Het mag nóóit over technologie gaan als doel ICT kan en moet alleen een middel zijn om je onderwijs te bewegen. We zijn hier een onderwijsinstituut en geen ICT-opleidingsschool. De ontwikkeling van de kinderen staat te allen tijde voorop.”
Onderwijs moet stappen maken
Versteeg ziet dat het onderwijs in Nederland moeite heeft met de snelle veranderingen die de digitale wereld met zich meebrengt. “Dingen veranderen. Ik schrijf nauwelijks meer met een balpen. We gebruiken allemaal steeds meer onze smartphone en dat is een ontwikkeling die ook meer en meer geaccepteerd wordt. Daarin moeten we als onderwijs stappen maken, maar altijd met de ontwikkeling van de kinderen als hoogste prioriteit.” Dat ziet ook Donners. Het Noorderlicht is een van de weinig basisscholen in Nederland die gebruikmaakt van de Apple Pencil. “Een van de uitdagingen van het onderwijs is dat leerlingen steeds meer gaan typen en inspreken. Terwijl we wéten dat schrijven een belangrijk proces is, omdat daarmee opgedane kennis beter beklijft.” Zodra de Pencil op de markt kwam, zag Donners mogelijkheden en realiseerde zich dat dit het schrijfonderwijs wel eens nieuw elan zou kunnen geven. “We hebben een pilot gedaan en dat beviel ontzettend goed. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar het verschil tussen schrijven op papier en schrijven op een tablet, maar wat wij nu in de praktijk ervaren, laat zien dat kinderen geen noemenswaardig verschil ervaren.” Haar ambitie is de eerste papierloze basisschool van Nederland te worden.
Duur en onhandig
Niet alleen de leerlingen werken met iPads, op beide scholen is Apple zoveel mogelijk doorgevoerd in de organisatie. Docenten en ondersteunend personeel werken met MacBooks of een iPad Pro, en in plaats van digiborden wordt er gebruikgemaakt van Apple-TV. Donners: “Ik hoor collega’s vaak zeggen dat zij Apple-producten niet kunnen betalen, maar ze gebruiken dan wel dure digiborden van zo’n zesduizend euro per stuk. Die hebben wij niet, wij kiezen voor een gewoon scherm in combinatie met Apple-TV.” Vervolgens krijgt ze dan de opmerking dat docenten niet kunnen schrijven op zo’n gewoon scherm, iets dat ze wel op de touch screen digiborden kunnen. “Maar dat hoeft helemaal niet, want onze docenten schrijven op hun iPad en dat verschijnt direct op het scherm. Grote voordeel daarvan is dat ze dan ook niet met hun rug naar de klas hoeven staan.”
Wennen aan Apple
Het werken met de nieuwe producten vergt enige training van de docenten, zien zowel Versteeg als Donners. Wanneer iemand gewend is aan een Windows- of Google-omgeving op de Chromebooks, is de overschakeling naar Apple vrij groot. “Daarom hebben wij met onze reseller Amac een trainingsprogramma ingericht”, zegt Versteeg. “De docenten worden continu getraind in hun eigen digitale vaardigheden – hoe handig ben je met een MacBook, hoe bereid je lessen voor en hoe beheer die je op je laptop – maar ook leren ze hoe ze maximaal resultaat kunnen behalen uit het gebruik van iPads door leerlingen.”
Snelle ontwikkeling
Opvallend detail bij het Griftland College is dat het technisch beheer van de Apple-producten wordt gedaan in Apple School Manager in combinatie met Jamf School (voorheen Zuludesk). Die laatste is een specifiek beheerssysteem voor het onderwijs en het hoofd CT van de school in Emmen waar Versteeg hiervoor werkte, stond aan de wieg van de ontwikkeling van Zuludesk. “We wilden een systeem waarbij de docenten meer regie kregen over de devices in de klas. Zoiets was er nog niet op de markt, dus dat zijn we gaan ontwikkelen”, zegt Versteeg. Uiteindelijk werd het product door Jamf gekocht en omgedoopt tot Jamf School.
Op de vraag of hij nog wensen heeft voor zijn school, zegt Versteeg: “Kinderen worden nu eigenlijk tegengehouden door de ontwikkelingssnelheid van de school en de docenten. Ik zou graag willen dat wij ons net zo snel zouden kunnen ontwikkelen als de kinderen. We werken daar hard aan hier op school. We zijn er nog niet, maar we zijn heel behoorlijk op weg.”